Google heeft meer dan zesduizend uur gekeken naar hoe mensen gamen om het ontwerp te perfectioneren.
Kleien prototypes en uren observatie
Ook al ben je een fervente gamer, de kans is groot dat je nooit echt hebt nagedacht over hoe je controller is ontworpen. De Design Director van Google, Isabelle Olsson, heeft dat echter wel gedaan. Zij is maandenlang bezig geweest met de Stadia Controller.
Op het eerste gezicht lijkt de Stadia controller op een mix van de controllers die we al kennen van PlayStation en Xbox. Concreet bevat de controller de rondere greep en ingedeukte duimknoppen van de Xbox One controller en de langere handvaten en schouderknoppen lijken meer op een PlayStation 4 controller.
Olsson vindt het echter geen geknutselde versie van beide controllers, het is het resultaat van een ontwerp dat vanaf het begin uniek is geweest. In gesprek met Hangout,
bericht door Popsci, liet ze een aantal voorwerpen zien die inspiratie boden voor de Stadia controller, dat waren geen PS4 of Xbox One controllers maar een koksmes of een hamer.
“Gamers zien de controller als een instrument waar je acht uur lang mee moet kunnen spelen”, legde Olsson uit. “We hebben camera's opgehangen en meer dan zesduizend uur aan beeldmateriaal bekeken om te zien hoe mensen de verschillende controllers vasthouden.” Échte ergonomische opties bieden mensen keuzes over hoe ze controllers vasthouden met verschillende grepen. De analysten van Google bekeken de beelden en hielpen het design team met hun bevindingen.
Dat observeren was belangrijk omdat niet iedereen onder woorden kan brengen wat ze willen van een product. “Wanneer iemand een Stadia controller voor het eerst oppakt, draaien ze die rond in hun handen, daar kan je al veel van leren”, zei Olsson.
Ze zei ook dat er door meer dan honderd prototypes is gegaan. De eerste stap was kleien controllers laten maken door proefpersonen. Deze werden 3D gescand en gefotografeerd. Olsson zegt wel dat de meeste prototypes 'geen succes' hadden. Uiteindelijk werd er een prototype gemaakt dat een grid bevatte waar de thumbsticks zitten. Proefpersonen konden de thumbsticks plaatsen waar ze dat zelf het comfortabelste vonden.
Ook de looks kregen tot op de details aandacht. Er werd een aluminium-versie gemaakt zodat de curves goed te zien waren. “We wilden de highlights op een extreme manier bekijken en zochten naar problemen aan de oppervlakte of andere problemen die je niet meteen ziet”, besloot Olsson.